Normen zijn gedragsregels; opvattingen over hoe mensen zich in bepaalde situaties wel en niet dienen te gedragen.
De belangrijkste normen zijn wetten en mores (zeden of morele normen). Joodse en christelijke normen zijn onder meer weergegeven in de tien geboden, islamitische normen zijn beschreven in de sharia. Liberale, socialistische en sociaaldemocratische normen zijn de (democratisch) vastgestelde regels zoals grondrechten en wetten. Omdat ze zo belangrijk zijn voor het voortbestaan van een samenleving, worden 'mores' later vaak in wetten gegoten en door formele instanties zoals politie en gerecht gecontroleerd en wordt bij niet-naleving gestraft. We kunnen kort zeggen dat alle normen voort komen uit religie of levensovertuiging.
Volksgebruiken zijn zwakkere normen, met een geringe dwang en een mindere mate van bestraffing. Zulke gebruiken sturen het dagelijkse handelen, zoals: welke kledij te dragen voor welke gelegenheid, wat waar hoe te eten, de duur van het oogcontact. Ze zijn vrij tijdsgevoelig, onderhevig aan modes. Indien een gebruik wordt overtreden vormt dit geen maatschappelijk probleem, zolang de dagelijkse interactie daardoor niet grondig wordt verstoord. Afwijking wordt slechts bestraft door informele middelen zoals ridiculisering of gelach.
Normen kunnen positief zijn (geboden) of negatief (verboden). Ze kunnen een verschillende reikwijdte hebben: ze kunnen gelden voor iedereen in een bepaalde maatschappij, slechts in bepaalde sociale groepen gangbaar zijn of vrij te kiezen. Verschillen inzake precisie betekent dat normen niet noodzakelijk exacte gedragsvoorschriften zijn, maar gewoon grenzen kunnen stellen aan mogelijke gedragingen. Vaak gaat het over ongeschreven regels. Zo bestaat er geen handleiding die zegt hoe je je in de lift moet gedragen, maar de meeste mensen gedragen zich toch hetzelfde. Ze kijken vooruit, raken elkaar niet aan, praten of lachen niet, lezen de nummers van de verdieping. Ook hebben wij geen geschreven regels die aangeven hoe groot de fysieke afstand (proxemics) moet zijn tussen mensen wanneer zij in gesprek zijn of hoe lang je een gesprekspartner in de ogen kunt kijken zonder dat deze het vervelend vindt. Toch deinzen we terug als een vreemde binnen onze 'persoonlijke afstand' komt en vermijden we het van andere mensen te lang te fixeren. Zo zijn er duizenden sociale spelregels die ons gedrag sturen. Hoe meer overeenstemming er is over een norm, hoe dwingender deze lijkt te zijn.
Normen zijn sterk afhankelijk van iemands religieuze, culturele, sociale en maatschappelijke achtergrond. Iedere cultuur heeft zijn eigen normen en waarden. Wat binnen de ene context als volstrekt verwerpelijk wordt beschouwd, kan in een andere context betekenisloos zijn of zelfs positief gewaardeerd worden. Het kan dus voorkomen dat twee verschillende groepen eenzelfde feit totaal tegenovergesteld waarderen. Dit kan leiden tot heftige, emotionele conflicten.
Waarden zijn idealen en motieven die in een samenleving of groep als nastrevenswaardig worden beschouwd. Waarden zijn opvattingen over wat wenselijk is. Er bestaan twee soorten waarden:
In de christelijke geloofsleer ligt achter de concrete normen de waarde van de liefde. Het gaat dan om de liefde tot God en de liefde tot de naaste mens. De belangrijkste waarde in het wegverkeer vinden veel mensen veiligheid. In de samenleving kan worden gedacht aan leefbaarheid en betrokkenheid.
In de psychologie kent men tal van persoonlijke waarden, zoals bezit, eenvoud, flexibiliteit, gehoorzaamheid, gezondheid, integriteit, kennis, macht, onafhankelijkheid, schoonheid, succes, toewijding en waardering.